Het oeuvre van Sef Peeters (Venlo 1947 – Breda 2019) oogt op het eerste gezicht speels en toegankelijk, maar achter die eerste indruk gaan existentiële en filosofische vragen schuil over kunst en het kunstenaarschap: wat maakt iemand tot kunstenaar? Wanneer ben je als kunstenaar precies succesvol? Kunst = Leven?
Vanaf de eerste performances en fotowerken tot aan de latere installaties als De Poging, Phoenix, ik ben een beeldhouwer, 1,2,3-Dood en The Practice of Living vraagt hij zich steeds af wanneer iets een beeld wordt, wanneer iets kunst is, en hoe de betekenissen van beeld en taal van elkaar verschillen. Hij werkte vaak met wat er toevallig voor handen was: “Ik heb geen ambacht, geen metier, ik ben conceptueel kunstenaar.”
Sef Peeters studeerde beeldende kunst aan diverse academies in Tilburg, Amsterdam, Krefeld (DE) en Maastricht (1965-1973) en vestigde zich daarna in Breda. Al in 1976 werd het belang van zijn werk opgepikt door de initiatiefnemers van het legendarisch geworden kunstinitiatief De Appel in Amsterdam. Niet veel later (1978-79) nodigde Bureau Buitenland, Peeters uit voor een rondreizende groepstentoonstelling Personal Worlds, met o.a. werk van Bas Jan Ader, Pieter Laurens Mol en Moniek Toebosch.
Daarna volgden tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Zijn werk is o.a. vertegenwoordigd in de collecties van Centraal Museum (Utrecht), Museum Boijmans Van Beuningen (Rotterdam), Stedelijk Museum Breda, Noord Brabants Museum (’s-Hertogenbosch) en Zentrum für Künstlerpublikationen Bremen (DE). De tentoonstelling bij Stedelijk Museum Breda in 2020 is het laatste grote project waarbij de kunstenaar zelf nauw betrokken was.
Door kunst te maken denk ik na over mijn bestaan, dat is een vorm van ontstijgen.
Sef Peeters